Schijnsel (Glint) - MP (IFFR 1996)
Drama dat balanceert op de
raaklijn tussen het verbeelden van een intieme verhouding tussen een vrouw en
een man en de intimiteit in het samenspelen van een acteur en een actrice.
Elke scène van de film bestaat uit een dialoog
tussen een man en een vrouw. De dialogen zijn fragmentarisch, dat wil zeggen, de
dialoog van de ene scène sluit niet aan bij die van de volgende scène. Bovendien
is er geen ontwikkeling in de verhouding tussen de acteur en de actrice in de
richting van een goede of slechte afloop. De dialogen zijn niet alleen
inhoudelijk van belang; het is ook en vooral materiaal voor de acteurs. De film
balanceert op de grens tussen het verbeelden van een intieme verhouding tussen
een vrouw en een man, en de intimiteit in het samen(spel) tussen de acteur en de
actrice. Als een acteur of een actrice in een scène alleen is en nauwelijks
tekst heeft, verbeeldt hij/zij de eenzaamheid; als hij/zij een monoloog heeft,
dan ligt het accent op het uitspreken van de tekst, op (de reflectie over) het
acteur zijn.